Een slechte serie oefeninterlands voor Oranje
De afgelopen dagen was Oranje druk bezig met de oefeninterlands tegen Slowakije en Italië. In de eerste helft tegen Slowakije was het behoorlijk zoeken naar wat werkte. Dat de Slowaken na 8 minuten al op voorsprong kwamen, maakte het er niet beter op. Toch wist Oranje zich nog enigszins te herpakken en maakte uiteindelijk gelijkspel. Een goede wedstrijd? Zeker niet. Ging het tegen Italië dan misschien beter? Ook niet. Koeman moet duidelijk aan de bak voordat het Nederlands elftal klaar is voor die eerste belangrijke wedstrijden van de Nations League.
Een zwak Oranje komt twee keer thuis met gelijkspel
Voor de wedstrijd van donderdagavond tegen Slowakije was Koeman nog optimistisch. Natuurlijk stonden er een aantal dingen op het lijstje waar naar aanleiding van de oefeninterlands tegen Engeland en Portugal (23 en 26 maart) aan gewerkt moest worden. Zo kondigde de bondscoach al aan dat Oranje meer op de helft van de tegenstander moest gaan voetballen om druk te blijven zetten. Hiermee hoopte hij de goede tweede helft tegen Portugal een vervolg te geven. Maar daar was zowel in de wedstrijd tegen Slowakije als die tegen Italië totaal geen sprake van. Bij beide duels kwam het gevaar in eerste instantie van de tegenstander. Oranje moest twee keer aan de bak om een 1-0 achterstand weg te werken. Dat beide wedstrijden uiteindelijk in 1-1 eindigden, was nog enigszins geruststellend.
Er was wel één troost. De goal van Nathan Aké was namelijk de eerste sinds 1928 die door het Nederlands elftal op Italiaanse bodem werd gemaakt (het WK in 1990 in Italië uitgezonderd). En het was nog een mooi doelpunt ook. Met een kopbal in de 87e minuut wist hij de voorzet van Steven Berghuis in het doel krijgen. Aké is een van de weinige spelers van Oranje die tevreden terug kan kijken op de wedstrijd. Kort voor het eindsignaal maakte de invaller nog bijna een tweede doelpunt. De tweede helft was sowieso beduidend beter dan de eerste 45 minuten. Al had Oranje natuurlijk gewoon moeten winnen tegen het B-elftal dat de Italiaanse bondscoach Roberto Mancini het veld opstuurde.
Koeman staat nog voor de nodige uitdagingen
Hoewel de laatste twee oefeninterland de fans weinig hoop gaven in de voorbereidingen richting het EK 2020, bleef bondscoach Koeman toch positief. Na afloop van de wedstrijd tegen Italië zei hij in een gesprek met FOX Sports: “Mijn vraagtekens zijn absoluut minder geworden, maar dat lijkt me logisch na vier wedstrijden. Ik heb veel trainingen geleid en meerdere spelers aan het werk gezien. Dan valt de puzzel wel in elkaar, al wil dat niet zeggen dat het een geweldige puzzel is.” Daarmee doelt hij op de spelers die hij uiteindelijk mee wil nemen naar de wedstrijden van de Nations League. Koeman heeft hierin nog wel een aantal uitdagingen. De bondscoach wil graag met vijf verdedigers op het veld staan, maar heeft Nederland op die posities wel genoeg kwaliteit in huis? Hateboer, Janmaat en Tete hebben vooralsnog weinig indruk gemaakt. Ook middenvelder Wijnaldum heeft zich tot nu toe niet echt laten zien. Sterker nog, er waren regelmatig acties waarbij hij balverlies leed. Na de oefeninterland tegen Portugal leek het erop dat Koeman op de goede weg was. Inmiddels moeten we concluderen dat Oranje er echt nog niet klaar voor is om de eerste Nations League wedstrijden tegen Frankrijk en Duitsland te winnen.