Oranje sluit de eerste twee oefenduels met vertrouwen af
De eerste twee oefeninterlands voor het team van Ronald Koeman zijn achter de rug. Dat is natuurlijk een mooi moment om eens kort terug te blikken. Want hoewel het EK 2020 nog lang niet op het punt van beginnen staat, zijn met deze twee oefenwedstrijden toch de eerste stappen gezet. Na een teleurstellend begin tegen Engeland, zagen we tegen Portugal zelfs een Oranje om trots op te zijn. Na al die kritiek die er de afgelopen jaren is geweest, geeft dat alvast een beetje vertrouwen dat Ronald Koeman dé persoon is om het Nederlands elftal naar een succesvol EK te leiden.
Van een teleurstellende nederlaag naar een indrukwekkende overwinning
Een nieuwe bondscoach, een jonge groep spelers én de grasmat van de Amsterdam ArenA waar het allemaal op gaat gebeuren: dit zouden de perfecte ingrediënten moeten zijn om een oefenduel tegen Engeland te kunnen winnen of toch minstens gelijk te spelen. Koeman koos voor een 3-4-3 opstelling met Jeroen Zoet op doel, Van Dijk, De Vrij en De Ligt in de verdediging en een middenveld met Van Aanholt, Strootman, Wijnaldum en debutant Hateboer. Bas Dost werd de diepe spits die de aanvallen af moest gaan maken. Een logische keuze, aangezien hij flink scoort voor zijn eigen club Sporting Lissabon. Geflankeerd door Memphis Depay en Quincy Promes stond er op papier een indrukwekkend trio in de spits. Helaas wist Oranje simpelweg niet te overtuigen en kwam er weinig druk op het Engelse doel. En dan is het wachten tot de tegenstander een doelpunt maakt. Een 0-1 nederlaag was natuurlijk niet het debuut waar de nieuwe bondscoach op hoopte.
Koeman heeft de eerste twee oefeninterlands aangegrepen om rustig wat dingen uit te proberen. Niet verrassend dus dat er tegen Portugal een heel ander basiselftal op het veld verscheen. Er waren maar liefst zeven nieuwe namen, waaronder Cillessen, Tete, Aké, Vilhena, Van de Beek en Davy Pröpper. In de spits werd Bas Dost ingeruild door Ryan Babel, met naast hem alleen Memphis Depay. Want om top spits Ronaldo van een doelpunt te weerhouden, veranderde Koeman het 3-4-3 systeem in een 5-3-2 systeem. Een goede zet, zo bleek. Na zo’n 10 minuten zetten Virgil van Dijk, Kenny Tete en Donny van de Beek een veelbelovende aanval in. Deze werd perfect afgemaakt door Depay en het eerste doelpunt van het nieuwe Oranje was een feit. De 0-1 stand werd 0-2 en uiteindelijk zelfs 0-3. De Europees kampioen van 2016 zette druk, maar zonder resultaat. Deze klinkende overwinning is precies wat Koeman nodig heeft in deze opbouwende fase van het Nederlands elftal.
Het nieuwe Oranje onder Ronald Koeman
Na een aantal magere jaren wordt er nog vaak verwezen naar het Oranje onder Louis van Gaal. Op het WK 2014 leek hij bij elke wedstrijd precies te weten welke basisopstelling, welke wissels en welk spelsysteem er nodig waren om de tegenstander te verslaan. Het is nog te vroeg om te zeggen dat Koeman over diezelfde kwaliteiten beschikt. Toch laten deze twee oefeninterlands wel zien dat de bondscoach snel leert en niet bang is om veranderingen door te voeren. Bovendien heeft hij meteen een aantal debutanten de kans gegeven om hun eerste minuten te maken voor Oranje. Tegen Engeland kwamen Hans Hateboer en Wout Weghorst in het veld, terwijl Justin Kluivert en Guus Til zich aan het einde van de tweede helft mochten bewijzen tegen Portugal. En het zou zomaar kunnen dat zij er bij de volgende twee oefeninterlands (31 mei tegen Slowakije en 4 juni tegen Italië) weer bij zijn.